donderdag, januari 18, 2007

Waarom laat een liefdevolle en almachtige God lijden toe?

Mijns inziens is één van de moeilijkste levensvragen die van het lijden, omdat lijden zo zinloos lijkt. Dat drong in alle hevigheid opnieuw tot me door, toen ik op tweede kerstdag 2004 en de daaropvolgende dagen de TV-beelden van de Tsunami zag. Wat een ellende en wat een verdriet! 'Waarom laat een liefdevolle en almachtige God lijden toe?' is dan ook een logische vraag. Misschien is een 100 procent bevredigend antwoord hierop niet te vinden. Via het boek der natuur en de bijbel kunnen we namelijk slechts een glimpje opvangen van Gods grootsheid en gedachten. Het blijft vaak onbekend waarom God bepaalde dingen doet of juist nalaat. Datgene wat God wel in de bijbel hierover geopenbaard heeft, is in mijn ogen aan de ene kant voldoende om ervoor te zorgen dat je God niet terecht onbehoorlijk bestuur kunt verwijten, en aan de andere kant blijft genoeg onbekend waarin we ons vertrouwen en geloof kunnen tonen. Het is voldoende om ons vertrouwen in Gods liefde en rechtvaardigheid en in zijn modus operandi niet te verliezen.

Er moet nog zoveel zijn wat we over God niet weten en begrijpen. Zijn wegen worden daarom "ondoorgrondelijk" en "onbegrijpelijk" genoemd (Rom. 11:33, NBV). Toch blijft onze geest vragen: waarom. Zonder enige waarheidspretentie wil ik hier graag enkele gedachten over delen.

Het christendom is geen filosofische school die gedetailleerd verklaart waarom de wereld zo slecht is. Het christelijke goede nieuws gaat over wat anders, namelijk dat er stappen gezet zijn om de zaken recht te zetten. In dit verband kondigde Jezus het hemelse Koninkrijk aan en gaf zijn leven als losprijs. Volgens de bijbelse beloften heeft het lijden daarom niet het laatste woord. Jezus spreekt namelijk in Mattheüs 19:28 over een "herschepping" (NWV) of "tijd ... dat alles vernieuwd wordt" (NBV). Deze beloofde "herschepping" bewijst dat God volledige verhaalsaansprakelijkheid accepteert voor alle schade en gevolgschade van zijn beslissing om lijden toe te laten. De geleden schade zal volgens Jesaja 65:17 op Gods beloofde "nieuwe aarde" zo ruimschoots vergoed worden dat "wat er vroeger was in vergetelheid raakt, het komt niemand ooit nog voor de geest" (NBV).

Maar dat lijden niet het laatste woord heeft, verklaart nog niet waarom God lijden op aarde voorlopig toelaat. Als je de verklaring hierover van Jehovah's Getuigen onderzoekt (zie hier), dan verklaren zij Gods toelating van het lijden op grond van een zogenaamde inductieve redenering. Inductie is een wijze van redeneren waarbij wordt geredeneerd van het bijzondere naar het algemene, en bepaalde aannames worden dan gebruikt om een theorie of model op te stellen. Bij inductief redeneren heeft de conclusie slechts een bepaalde aannemelijkheid in het licht van de aannames (voor extra uitleg hierover klik hier).

Als u de hierbovengenoemde link gelezen hebt, dan is het antwoord gebaseerd op de aannames dat de "boom der kennis van goed en kwaad" (Gen. 2:9) een symbool van Gods soevereiniteit over de mensen is, en dat Gods uitspraak "de mens is als één van ons geworden wat het kennen van goed en kwaad betreft" (Gen. 3:22) wil zeggen dat God erkende dat de mens het recht op zelfbeschikking claimde (net zoals God ook zelfbeschikkingsrecht heeft). Verder kan uit het gesprek tussen God en Satan over Job (zie bijbelboek Job) inductief geconcludeerd worden dat tussen hen een geschil bestaat over een derde partij (de mensen) en de kwaliteit van hun motivatie en loyaliteit jegens God.

In mijn ogen is het - gelet op het inductieve karakter van de redenering - geen ondubbelzinnige bijbelse leerstelling, maar de aanwijzingen in de Schrift en Ockhams Scheermes (=wat uitgelegd kan worden door de minste aannames, wordt niet beter uitgelegd door meer aannames. De beste uitleg van een bepaald verschijnsel is dus de uitleg waarvoor je de minste aannames nodig hebt) sluiten deze verklaring voor lijden niet uit. Als de soevereiniteitsstrijdvraag een verklaring vormt waarom God het lijden niet direct van de aarde verwijderde, dan denk ik wel dat het bewijs in dit geschil allang rond is. De geschiedenis van de mens bewijst dat hij het simpelweg niet redt zonder God. Ook de strijdvraag inzake loyaliteit aan God onder dreiging en verdrukking (zie bijbelboek Job) is volgens mij door Jezus in Golgotha al definitief beslecht. Dat laat mi onverlet dat we door onze getrouwheid onder dreiging en verdrukking nog steeds Gods hart kunnen verheugen (zie Spr. 27:11). Maar voor de beslechting van die hemelse strijdvraag is mijns inziens nader bewijs overbodig geworden.

Verder denk ik dat bij Gods toelating van lijden nog een andere kwestie meespeelt. Om gelukkig te worden moet elk mens de waarheid gaan beseffen van de volgende woorden: "Ik weet het, Heer, het is niet aan de mens te bepalen welke weg hij moet gaan, hoe zijn pad loopt" (Jeremia 10:23).

God wil graag de bovenstaande waarheid aan ons overbrengen, maar hoe leren we die? In de cognitieve psychologie worden diverse leermethodieken beschreven die gebruikt worden om leerlingen/kinderen iets bij te brengen. Een van deze methoden heet (zelf)ontdekkend leren of probleemgestuurd leren. Deze methode staat in tegenstelling met het docentgestuurd leren.

Nadat het eerste mensenpaar verkoos 'zijn eigen weg te bepalen', namelijk los van God, heeft Jehovah er blijkbaar voor gekozen om hun nageslacht de waarheid uit Jeremia 10:23 ontdekkend of probleemgestuurd in plaats van docentgestuurd te laten leren. Hierdoor wordt de mens zelf in dit leerproces betrokken en leert hij deze belangrijke kennis op zijn eigen manier te ontdekken en te verwerken. Hierbij maakt de extrinsieke motivatie plaats voor de intrinsieke. Dat lijden kan bijdragen tot een bepaald leerproces blijkt ook uit het lijden van Gods Zoon, want in Hebreeën 5:8 staat daarover het volgende: "Hoewel hij zijn Zoon was, heeft hij moeten lijden, en zo heeft hij gehoorzaamheid geleerd" (NBV).

Als ik nadenk over de illustratie van de “verloren zoon” in Lukas 15:11-32, waarin God een afbeelding is van de barmhartige Vader, dan geeft de Vader zijn zoon de ruimte om door schade en schande de waarheid uit Jer. 10:23 te leren. Ik kan er daarom de wijsheid van inzien dat God - als onze Grote Psycholoog - ervoor gekozen heeft om belangrijke waarheden zoals die in Jer. 10:23 ons (zelf)ontdekkend te laten leren. Vele mensen hebben deze waarheid zich inmiddels eigen gemaakt, maar miljoenen mensen nog niet.

Ook schrijver Paul Ferrini koppelt het lijden in de wereld aan een leerproces. In zijn boek Terug naar Onschuld schrijft hij:
In het paradijs, de tuin van onschuld, werd aan al onze behoeften voldaan. We waren de geliefden van God. Maar geluk was niet genoeg voor ons. We wilden de vrijheid om ons eigen leven te kunnen leiden.

Net als Prometheus moesten we de goden het vuur ontfutselen. We hadden geen keuze. We moesten gevers van liefde worden, niet alleen ontvangers van liefde. Iedereen weet hoe het verder ging. We werden uit het paradijs gezet en voelden voor het eerst schaamte, jaloezie, woede, gemis. We ervoeren vreugde en verdriet. We moesten hard werken om te overleven. We moesten fouten maken om ervan te leren. Eerst probeerden we anderen hiervan de schuld te geven. Via eindeloze ketens van aanval en verdediging vielen we dieper en dieper, totdat ik [=Jezus] aan het kruis genageld werd. Dat was het punt van ommekeer. Van toen af aan moesten we leren verantwoording te dragen voor onze ervaringen. We moesten de Waarheid niet alleen leren, maar we moesten de Waarheid worden. Nu we terugkeren naar het paradijs, zijn we anders dan we vertrokken. We keren terug in nederigheid en met gevoel voor wat iedereen nodig heeft. We keren terug, niet alleen als geschapenen, maar ook als medescheppers, niet alleen als mensenzonen, maar ook als zonen van God.
Bij alle narigheid en lijden in de wereld herinner ik mezelf altijd aan het volgende: God is op de hoogte van ALLE tragedies, Hij ziet ze ALLEMAAL. Waar ik dan niet bij kan, is dat sommige mensen zeggen dat God wreed zou zijn, omdat Hij een einde aan deze rotwereld wil maken. Deze wereld is echt afschuwelijk. Het is verbazingwekkend dat God deze wereld zolang heeft laten bestaan, maar God ziet het toch blijkbaar net even anders: "De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat" (2 Petrus 3:9).

Geen opmerkingen: