maandag, juli 02, 2007

Vrijspraak Op Welke Grond?

Geschreven door Jaap Fijnvandraat:

Bron:
http://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2756

Veronderstel dat een rechter een verdachte vrijspreekt van wie hij de duidelijke bewijzen van schuld in handen heeft…. dat zou toch een inbreuk op het recht betekenen! Een rechter kan – als hij eerlijk is – alleen iemand vrijspreken die ten onrechte van kwaad beschuldigd is.

Wat een aardse rechter niet kan, kan God – de hemelse rechter – wel. God kan schuldige mensen vrijspreken zonder aan het recht te kort te doen. Dit lijkt onbestaanbaar, en een jongeman, die met het geloof in Jezus Christus niet te maken wilde hebben, poogde dan ook een evangelist als volgt vast te zetten:

‘Mijnheer, u zegt dat alle mensen schuldig staan voor God, omdat ze gezondigd hebben.’De evangelist knikte. Gods Woord zegt dat namelijk heel duidelijk en de ervaring van ieder mens bevestigt het.
‘Wel’, vervolgde de jongeman, ‘hoe kan God nu, als Hij rechtvaardig is, ooit zondaars redden door ze hun schuld te vergeven? Hij moet dan toch het kwaad door de vingers zien!’ Als klap op de vuurpijl voegde hij eraan toe: ‘En staat er ook niet in de Bijbel, dat God de schuldige niet onschuldig houdt?’
Ook dat stemde de evangelist toe. Daarop keek hij de jongen heel ernstig aan en zei alleen: ‘Maar wat als God een Onschuldige in onze plaats schuldig rekent?’ De knaap zocht naar een antwoord, vond het niet, draaide zich daarop abrupt om en liep weg.

Heel wat mensen denken dat het evangelie slechts een boodschap van genade is, maar dat is een misvatting. Inderdaad is het genade, dat God schuldige mensen wil redden van het oordeel dat ze verdiend hebben, maar die redding kan alleen plaatsvinden op de grondslag van recht. Het wonder van het kruis bestaat hierin, dat aan Gods heilig recht is voldaan. God ziet zonden niet door de vingers, neen, als Hij zonden vergeeft doet Hij dat omdat Christus het oordeel over die zonden heeft ondergaan. Mensen hebben Jezus Christus aan het kruis genageld, maar dat is niet het enige geweest dat er op Golgotha gebeurde. De smaad en hoon van de mensen was erg, maar veel ernstiger waren de drie uren van duisternis waarin Jezus Christus moest uitroepen:
‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’

Op dat ogenblik ging in vervulling wat de apostel Petrus later zo beschrijft:
“Hij, die geen zonde gedaan heeft….. die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gedragen heeft” (1 Petrus 2 vers 21, 24).

De apostel Paulus schreef er dit van:
“Hem (dat is Christus), die geen zonde gekend heeft, heeft Hij (dat is God) voor ons tot zonde gemaakt” (2 Korinthe 5 vers 21).

Jezus Christus stierf niet een martelaarsdood, maar een “offerdood”. Hij werd het zoenoffer voor onze zonden. Hij droeg de straf.

Zo werd aan het recht voldaan. We lezen dan ook in Romeinen 3 vers 25, 26 deze belangrijke woorden:
“Hem (dat is Christus) heeft God gesteld tot een genadetroon door geloof in zijn bloed….. om zijn rechtvaardigheid te tonen….. zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is”.

God spreekt dus zondaren vrij op grond van recht. De voorwaarde is echter, dat ze geloven in Jezus Christus. Ze moeten in Hem geloven als degene die voor hen het oordeel heeft willen ondergaan. Voor ieder, die dat doet is er een volledige kwijtschelding van straf en vrijspraak van schuld.

Ook deze medaille heeft echter een keerzijde. Als iemand niet gelooft in Jezus Christus en het kruis, dat de grondslag van redding is, niet aanvaardt, zal hij op grond van recht geoordeeld moeten worden voor het kwaad dat hij heeft bedreven.

Op grond van recht vrijgesproken of op grond van recht geoordeeld….. een tussenweg is er niet.

Welk van de twee mogelijkheden kiest u? De eerste toch hopelijk…..?!

donderdag, juni 28, 2007

Pseudoniem van God





"Het toeval is misschien het pseudoniem van God, als Hij zijn naam ergens niet onder wil zetten". - Anatole France, Frans auteur en Nobelprijswinnaar.

zondag, februari 11, 2007

De illustratie van de "verloren zoon"

"Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.

Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.

De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’
- Lukas 15:11-32, NBV

"De verloren zoon" vind ik één van de beste illustraties in de bijbel. De illustratie laat zien dat God als een liefdevolle ouder is. Iedere ouder kan zich verplaatsen in de blijdschap die de vader voelde, toen hij zijn zoon in de verte gewaar werd.

Als ouders voelen we namelijk een diepe, natuurlijke genegenheid voor onze kinderen. Deze natuurlijke liefde is zelfevident en heeft geen verdere uitleg nodig. Dat is de reden waarom Jezus deze ouderliefde in zijn illustratie gebruikte om ons iets te leren over goddelijke vergiffenis. Ik kan op geen enkele manier stoppen met het liefhebben van mijn kinderen of hen mijn liefde laten verdienen. Ze hebben simpelweg al mijn liefde, en zo hebben wij ook simpelweg Gods liefde. Dat is wat Jezus ons wilde duidelijk maken.

maandag, januari 29, 2007

Het evangelie van Jezus Christus

Het evangelie van Jezus Christus gaat niet over een kerk of gemeente. Het is ontleend aan het woord van God, de Bijbel. Het gaat over de schepping van de wereld, de zonde als oorzaak van lijden, ziekte, verdriet en dood en gaat vervolgens in op het herstel, de vergeving van zonden tot de verlossing voor de eeuwigheid door Gods liefde en genade. Lees verder ....

donderdag, januari 18, 2007

Sfumato en geloof

De mens staan diverse methoden tot zijn beschikking om zijn creatieve hulpbronnen aan te boren of te ontsluiten: Onder meer: (1) kennis en nieuwsgierigheid, (2) ervaringen, (3) het ontwikkelen van onze zintuigen, en (4) sfumato. Wat is sfumato?

Sfumato is een Italiaans woord dat “rokerig” betekent. Op sommige schilderijen (bijvoorbeeld de “Mona Lisa” van Leonardo da Vinci) is van sfumato gebruikgemaakt. Als iets berookt, wazig en met onduidelijke omstrekken geschilderd is, wordt dat sfumato genoemd. In figuurlijke zin betekent het echter waardering voor mysterie, contradicties en de dubbelzinnigheid van het leven. Sfumato helpt een persoon zijn geest open te houden bij onduidelijkheden. De meeste mensen zijn geneigd om liever een bepaalde gedachte te verwerpen dan het hoofd te bieden aan enig verstandelijk ongemak bij verwarrende paradoxen en tegenstrijdigheden.

In de jaren ’80 heeft The American Association of Management onderzoek gedaan naar de meest effectieve managers. Zij concludeerden dat de meest effectieve managers zich onderscheiden door twee kwaliteiten: het vermogen om intuïtieve beslissingen te nemen, en het vermogen tot tolerantie ten opzichte van dubbelzinnigheid (=”sfumato”). Twee en twee blijkt niet altijd vier te zijn. Indien een beginsel of theorie juist is, betekent dat niet automatisch dat het tegenovergestelde onjuist is. Koppigheid om alles in zwart en wit te willen zien, kan tot vergissingen leiden. Twee getuigenissen kunnen elkaar tegenspreken zonder dat iemand liegt.

In zekere zin beschrijft sfumato ook het fenomeen geloof, omdat geloof het soms noodzakelijk maakt om tegelijkertijd twee tegenstrijdige gedachten open te houden. Dat komt omdat juist tijd hoofdbrekende paradoxen kan oplossen. Abraham werd bijvoorbeeld met zo’n paradox geconfronteerd: Nadat God hem beloofd had dat Isaäk Abrahams erfgenaam zou worden, gebood Jehovah hem om zijn zoon Isaäk te offeren. Hoe kon Isaäk zijn erfgenaam worden als hij hem moest doden? Ook de apostelen werden geconfronteerd met een gelijksoortige beproeving op hun geloof: Hoe kon Christus de troon van David beërven wanneer Christus ter dood veroordeeld werd?

Waarom laat een liefdevolle en almachtige God lijden toe?

Mijns inziens is één van de moeilijkste levensvragen die van het lijden, omdat lijden zo zinloos lijkt. Dat drong in alle hevigheid opnieuw tot me door, toen ik op tweede kerstdag 2004 en de daaropvolgende dagen de TV-beelden van de Tsunami zag. Wat een ellende en wat een verdriet! 'Waarom laat een liefdevolle en almachtige God lijden toe?' is dan ook een logische vraag. Misschien is een 100 procent bevredigend antwoord hierop niet te vinden. Via het boek der natuur en de bijbel kunnen we namelijk slechts een glimpje opvangen van Gods grootsheid en gedachten. Het blijft vaak onbekend waarom God bepaalde dingen doet of juist nalaat. Datgene wat God wel in de bijbel hierover geopenbaard heeft, is in mijn ogen aan de ene kant voldoende om ervoor te zorgen dat je God niet terecht onbehoorlijk bestuur kunt verwijten, en aan de andere kant blijft genoeg onbekend waarin we ons vertrouwen en geloof kunnen tonen. Het is voldoende om ons vertrouwen in Gods liefde en rechtvaardigheid en in zijn modus operandi niet te verliezen.

Er moet nog zoveel zijn wat we over God niet weten en begrijpen. Zijn wegen worden daarom "ondoorgrondelijk" en "onbegrijpelijk" genoemd (Rom. 11:33, NBV). Toch blijft onze geest vragen: waarom. Zonder enige waarheidspretentie wil ik hier graag enkele gedachten over delen.

Het christendom is geen filosofische school die gedetailleerd verklaart waarom de wereld zo slecht is. Het christelijke goede nieuws gaat over wat anders, namelijk dat er stappen gezet zijn om de zaken recht te zetten. In dit verband kondigde Jezus het hemelse Koninkrijk aan en gaf zijn leven als losprijs. Volgens de bijbelse beloften heeft het lijden daarom niet het laatste woord. Jezus spreekt namelijk in Mattheüs 19:28 over een "herschepping" (NWV) of "tijd ... dat alles vernieuwd wordt" (NBV). Deze beloofde "herschepping" bewijst dat God volledige verhaalsaansprakelijkheid accepteert voor alle schade en gevolgschade van zijn beslissing om lijden toe te laten. De geleden schade zal volgens Jesaja 65:17 op Gods beloofde "nieuwe aarde" zo ruimschoots vergoed worden dat "wat er vroeger was in vergetelheid raakt, het komt niemand ooit nog voor de geest" (NBV).

Maar dat lijden niet het laatste woord heeft, verklaart nog niet waarom God lijden op aarde voorlopig toelaat. Als je de verklaring hierover van Jehovah's Getuigen onderzoekt (zie hier), dan verklaren zij Gods toelating van het lijden op grond van een zogenaamde inductieve redenering. Inductie is een wijze van redeneren waarbij wordt geredeneerd van het bijzondere naar het algemene, en bepaalde aannames worden dan gebruikt om een theorie of model op te stellen. Bij inductief redeneren heeft de conclusie slechts een bepaalde aannemelijkheid in het licht van de aannames (voor extra uitleg hierover klik hier).

Als u de hierbovengenoemde link gelezen hebt, dan is het antwoord gebaseerd op de aannames dat de "boom der kennis van goed en kwaad" (Gen. 2:9) een symbool van Gods soevereiniteit over de mensen is, en dat Gods uitspraak "de mens is als één van ons geworden wat het kennen van goed en kwaad betreft" (Gen. 3:22) wil zeggen dat God erkende dat de mens het recht op zelfbeschikking claimde (net zoals God ook zelfbeschikkingsrecht heeft). Verder kan uit het gesprek tussen God en Satan over Job (zie bijbelboek Job) inductief geconcludeerd worden dat tussen hen een geschil bestaat over een derde partij (de mensen) en de kwaliteit van hun motivatie en loyaliteit jegens God.

In mijn ogen is het - gelet op het inductieve karakter van de redenering - geen ondubbelzinnige bijbelse leerstelling, maar de aanwijzingen in de Schrift en Ockhams Scheermes (=wat uitgelegd kan worden door de minste aannames, wordt niet beter uitgelegd door meer aannames. De beste uitleg van een bepaald verschijnsel is dus de uitleg waarvoor je de minste aannames nodig hebt) sluiten deze verklaring voor lijden niet uit. Als de soevereiniteitsstrijdvraag een verklaring vormt waarom God het lijden niet direct van de aarde verwijderde, dan denk ik wel dat het bewijs in dit geschil allang rond is. De geschiedenis van de mens bewijst dat hij het simpelweg niet redt zonder God. Ook de strijdvraag inzake loyaliteit aan God onder dreiging en verdrukking (zie bijbelboek Job) is volgens mij door Jezus in Golgotha al definitief beslecht. Dat laat mi onverlet dat we door onze getrouwheid onder dreiging en verdrukking nog steeds Gods hart kunnen verheugen (zie Spr. 27:11). Maar voor de beslechting van die hemelse strijdvraag is mijns inziens nader bewijs overbodig geworden.

Verder denk ik dat bij Gods toelating van lijden nog een andere kwestie meespeelt. Om gelukkig te worden moet elk mens de waarheid gaan beseffen van de volgende woorden: "Ik weet het, Heer, het is niet aan de mens te bepalen welke weg hij moet gaan, hoe zijn pad loopt" (Jeremia 10:23).

God wil graag de bovenstaande waarheid aan ons overbrengen, maar hoe leren we die? In de cognitieve psychologie worden diverse leermethodieken beschreven die gebruikt worden om leerlingen/kinderen iets bij te brengen. Een van deze methoden heet (zelf)ontdekkend leren of probleemgestuurd leren. Deze methode staat in tegenstelling met het docentgestuurd leren.

Nadat het eerste mensenpaar verkoos 'zijn eigen weg te bepalen', namelijk los van God, heeft Jehovah er blijkbaar voor gekozen om hun nageslacht de waarheid uit Jeremia 10:23 ontdekkend of probleemgestuurd in plaats van docentgestuurd te laten leren. Hierdoor wordt de mens zelf in dit leerproces betrokken en leert hij deze belangrijke kennis op zijn eigen manier te ontdekken en te verwerken. Hierbij maakt de extrinsieke motivatie plaats voor de intrinsieke. Dat lijden kan bijdragen tot een bepaald leerproces blijkt ook uit het lijden van Gods Zoon, want in Hebreeën 5:8 staat daarover het volgende: "Hoewel hij zijn Zoon was, heeft hij moeten lijden, en zo heeft hij gehoorzaamheid geleerd" (NBV).

Als ik nadenk over de illustratie van de “verloren zoon” in Lukas 15:11-32, waarin God een afbeelding is van de barmhartige Vader, dan geeft de Vader zijn zoon de ruimte om door schade en schande de waarheid uit Jer. 10:23 te leren. Ik kan er daarom de wijsheid van inzien dat God - als onze Grote Psycholoog - ervoor gekozen heeft om belangrijke waarheden zoals die in Jer. 10:23 ons (zelf)ontdekkend te laten leren. Vele mensen hebben deze waarheid zich inmiddels eigen gemaakt, maar miljoenen mensen nog niet.

Ook schrijver Paul Ferrini koppelt het lijden in de wereld aan een leerproces. In zijn boek Terug naar Onschuld schrijft hij:
In het paradijs, de tuin van onschuld, werd aan al onze behoeften voldaan. We waren de geliefden van God. Maar geluk was niet genoeg voor ons. We wilden de vrijheid om ons eigen leven te kunnen leiden.

Net als Prometheus moesten we de goden het vuur ontfutselen. We hadden geen keuze. We moesten gevers van liefde worden, niet alleen ontvangers van liefde. Iedereen weet hoe het verder ging. We werden uit het paradijs gezet en voelden voor het eerst schaamte, jaloezie, woede, gemis. We ervoeren vreugde en verdriet. We moesten hard werken om te overleven. We moesten fouten maken om ervan te leren. Eerst probeerden we anderen hiervan de schuld te geven. Via eindeloze ketens van aanval en verdediging vielen we dieper en dieper, totdat ik [=Jezus] aan het kruis genageld werd. Dat was het punt van ommekeer. Van toen af aan moesten we leren verantwoording te dragen voor onze ervaringen. We moesten de Waarheid niet alleen leren, maar we moesten de Waarheid worden. Nu we terugkeren naar het paradijs, zijn we anders dan we vertrokken. We keren terug in nederigheid en met gevoel voor wat iedereen nodig heeft. We keren terug, niet alleen als geschapenen, maar ook als medescheppers, niet alleen als mensenzonen, maar ook als zonen van God.
Bij alle narigheid en lijden in de wereld herinner ik mezelf altijd aan het volgende: God is op de hoogte van ALLE tragedies, Hij ziet ze ALLEMAAL. Waar ik dan niet bij kan, is dat sommige mensen zeggen dat God wreed zou zijn, omdat Hij een einde aan deze rotwereld wil maken. Deze wereld is echt afschuwelijk. Het is verbazingwekkend dat God deze wereld zolang heeft laten bestaan, maar God ziet het toch blijkbaar net even anders: "De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat" (2 Petrus 3:9).

Evolutie of intelligent ontwerp?

Een pijlstormvogel heeft in één jaar tijd 64.000 kilometer afgelegd. Geen andere trekvogel doet hem dat na. Dat staat in een artikel dat op maandag 7 augustus jl. op de internetsite van het Amerikaanse vaktijdschrift Proceedings of the Nationale Academy of Sciences verscheen.

De donkere pijlstormvogel was met elektronica uitgerust zodat het dier gedurende zijn reis kon worden gevolgd. Op zoek naar voedsel vloog het dier in ongeveer tweehonderd dagen over het gebied van de Grote Oceaan. Van de Straat van Bering in het noorden tot Antartica in het zuiden en van Chili in het oosten tot Japan in het westen.

Bovenstaande waarneming past in mijn ogen beter bij intelligent ontwerp dan bij evolutie. Waarom?

Omdat bij de pijlstormvogel de mechanismen voor migratie onherleidbaar of ondeelbaar zijn. Wat is een onherleidbaar of ondeelbaar mechanisme? Het is een mechanisme waarin verschillende delen gelijktijdig aanwezig moeten zijn om te kunnen fuctioneren. Een mechanisch horloge is een voorbeeld van zo'n onherleidbaar mechanisme. Een horloge heeft verschillende onderdelen tegelijkertijd nodig om te kunnen functioneren: tandwielen, een veer, wijzers etc. Als een horloge een onderdeel zou missen (bijvoorbeeld een veer), dan kan het zijn functie niet meer uitvoeren.

De biochemicus Michael Behe gebruikt in zijn boek de zwarte doos van Darwin de muizenval als voorbeeld van zo'n onherleidbaar mechanisme: Je hebt een veer, houder voor het kaasblokje, palletje voor het spannen van de veer, spijkertjes en een plankje nodig voor een functionerende muizenval. Mist één van de onderdelen dan werkt het ding niet meer.

Zo heb je bij de pijlstormvogel (en andere trekvogels) een onherleidbaar mechanisme voor migratie: Volgens de auteurs A.S. King en J. McLelland in Birds - their structure and form, pagina 279-283, gebruikt hij voor het vinden van de weg waarschijnlijk de volgende middelen: de zon, sterren, tijd, polarisatie van het licht, ultraviolet licht, geur, infrageluid, het magnetisch veld, de zwaartekracht en de luchtdruk. Dit migratiemechanisme is onherleidbaar, omdat het een aantal verschillende mechanismen vereist die gelijktijdig aanwezig moeten zijn. Het is bijvoorbeeld onvoldoende om alleen de zon en de sterren te gebruiken voor navigatie, want op een bewolkte dag zou de pijlstormvogel zich niet meer kunnen oriënteren. De pijlstormvogel moet op zijn jaarlijkse migratie zowel de noordelijke als de zuidelijke sterrenhemel kunnen herkennen, en het verschil weten tussen de zuidelijke magnetische pool en de noordelijke magnetische pool.

Waarom sluiten onherleidbare mechanismen evolutie uit en vormen een krachtig bewijs voor intelligent ontwerp? Omdat evolutie beperkt is tot veranderingen door middel van kleine stapjes. Veranderingen door middel van kleine stapjes kunnen nooit het onherleidbaar mechanisme van de migratie/navigatie-instrumenten bij trekvogels voortbrengen. Dit navigatiemechanisme kan zich niet onderdeel voor onderdeel ontwikkeld hebben, omdat de onderdelen gelijktijdig aanwezig moeten zijn, anders raakt een pijlstormvogel gegarandeerd de weg kwijt. Alleen een intelligente Ontwerper kan vooruit kijken en alle onderdelen en eigenschappen gelijktijdig ontwerpen.